Sunday, September 8, 2013

Loonkostenhandicap bedraagt 16,5%

Bron: http://vbo-feb.be/nl-BE/Actiedomeinen/Economie-en-conjunctuur/Competitiviteit/Expertsgroep-brengt-duidelijkheid-loonkostenhandicap-bedraagt-165/

1. Hoe omvangrijk is de loonkostenhandicap?
Voor 21 sectoren heeft de expertgroep berekend hoeveel een werknemer in België kost (d.w.z. inclusief alle belastingen en socialezekerheidsbijdragen) in vergelijking met onze drie buurlanden (zijnde Duitsland, Frankrijk en Nederland). Gemiddeld kwam dit in 2010 (i.e. het laatste jaar waarvoor alle cijfers beschikbaar waren) voor ons land uit op 39,6 euro per uur. In Duitsland was dit 32,2 euro, in Nederland 33,7 euro en in Frankrijk 36,5 euro. Het gewogen gemiddelde van onze drie buurlanden bedroeg 34 euro (2). Met andere woorden, een werknemer in België is gemiddeld 5,6 euro duurder dan in de buurlanden, wat neerkomt op een loonkostenhandicap van 16,5% (3). Tegenover Duitsland loopt de loonkostenhandicap zelfs op tot 23%.
2. Waarom sprak de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven in zijn laatste rapport dan van 5,1%?
Sinds 1996 kent ons land een wet om de concurrentiekracht te bewaken. In de periode vóór 1996 waren de Belgische loonkosten immers fors ontspoord, wat een negatieve impact had op onze economische groei en de creatie van jobs. Daarom stelt deze wet dat we vanaf 1996 geen bijkomende loonkostenhandicap meer mogen opbouwen: de Belgische loonkosten mogen dus niet meer sneller evolueren dan het gemiddelde van onze drie buurlanden. Het is de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) die elk jaar meet of deze doelstelling wordt gehaald of niet. In zijn laatste verslag van 21 december 2012 stelt de CRB dat de Belgische loonkosten sinds 1996 5,1% sneller zijn gestegen dan in onze buurlanden. Vooral sinds 2006 zijn de Belgische loonkosten opnieuw sterk beginnen ontsporen. Er is dus helemaal geen contradictie tussen de loonkostenhandicap van 16,5% uit het expertsrapport en de 5,1% uit het CRB-verslag. Het CRB-cijfer geeft de loonkostenhandicap weer die er sinds 1996 is bijgekomen. Hier moet echter nog de loonkostenhandicap worden bijgeteld die reeds vóór 1996 bestond. Als men dit doet, dan komt men uit op de 16,5% uit het expertrapport.